|
||||||||
The Choir Invisible brengt hier een lang verwacht debuutalbum op het Intakt label, met Charlotte Greve (altsax), Vinnie Sperrazza (drums) en Chris Tordini (contrabas) , drie belangrijke figuren uit de muziekscene van Brooklyn. Hun muzikale verrichtingen cirkelen tussen compositie en improvisatie waarbij elk lid een even grote inbreng heeft. Het trio heeft het potentieel van een veel groter gezelschap waardoor de polyfonie van een koor doorklinkt vandaar ondermeer de naam. Charlotte Greve (1988) leefde en studeerde in Berlijn voordat ze in 2012 naar Amerika vertrok om zich verder te bekwamen met leermeesters als John Hollenbeck, Mark Turner en Kurt Rosenwinkel. Vinnie Sperrazza speelt ook in de groepen “40 Twenty“ en “Hush Point” en speelt samen met toppers als Jon Irabagon, Ellery Eskelin en Ralph Alessi. De verdeling van de composities is Greve 4, Tordini 3 en Sperrazza 2, de drie zijn al sinds 2017 met elkaar in contact en uiteindelijk hebben ze een sterke gemeenschappelijke sound weten te ontwikkelen. Het is niet toevallig dat de bezetting van saxofoon, contrabas en drums een van de favoriete samenstellingen is van de vrije jazz improvisatoren, er is een lijn te trekken van Sonny Rollins via Ornette Coleman naar Albert Ayler en de namen van nu. Als er geen harmonie instrument aanwezig is waarmee rekening moet worden gehouden, dan ontstaat er een nog pakkender vorm van samenspelen en wordt een vorm van integratie belangrijk. En dat gebeurt bij dit trio ten volle, ze zijn gedrieën niet alleen even belangrijk maar ook in dezelfde mate ook verplicht tot een begeleidende en solistische rol. Alle drie zijn melodie en klank. Het trio begon met samenspelen zonder overleg vooraf, na verloop van tijd bracht elkeen composities mee waardoor ze in staat waren om verschillende paden in te slaan die tenslotte leidden tot de opgenomen nummers. Geen eindeloze ongebonden improvisaties maar daar tegenover een symbiose van spontane uitingen en de behoefte aan de noodzaak van structuur. Op zoek naar de geschiedenis van de naam “The Choir Invisible” raken we aan een bizar spoor. Mary Ann Evans een 19e eeuwse Engelse schrijfster die bekendheid genoot onder de naam George Eliot schreef een gedicht getiteld “The Choir Invisible”. Maar het wordt ingewikkelder want zinnen uit het gedicht worden gebruikt door karakters in Monty Python’s “Dead Parrot Sketch”en deze humoristische dialoog inspireerde op zijn beurt Vinnie Sperrazza tot het schrijven van een nummer voor het trio. Het album start met een uiterst kort nummer “Chant”, niet meer dan een geluidsimpressie van Greve op de altsaxofoon maar wel met een straf ritme van bas en drums, het loopt onmiddellijk over in de nog kortere solo van Greve in “These Materials” die naadloos overgaat in “Low”, ze vormen eigenlijk één geheel , gedragen saxspel met sporadische accenten op bas en drums, allen composities van Greve. In “1.7”van Tordini is er een intro met een repetitief geluid van Greve op de altsax waarna er een subtiele dialoog ontstaat tussen de drie groepsleden. In “Change your name” is er sprake van een voorzichtig aftastend begin van de altsax waar in eerste instantie de bas op reageert, het blijft een vorm van bijna intellectueel aftasten. In “Zuppio” van Tordini neemt de bassist zelf het voortouw met een fraaie solo met een langzaam toenemende begeleiding van de drums van Sperrazza. Meer spanning zit er in het nummer “Daily Task” met uitnemend basspel van Tordini, het sterkste nummer is het titelstuk “The Choir Invisible” waarin het spel van Greve op de altsax meer diepgang en emotie laat horen en er een sterke interactie is tussen de drie instrumenten. Waren er meer van dit soort stukken geweest dan was mijn oordeel flink wat positiever geweest, nu vind ik het gros van de nummers teveel van hetzelfde, nogal ingehouden en vooral het spel van Charlotte Greve kan mij niet echt bekoren , het gaat nooit echt voluit, het blijft bij lijntjes uitzetten maar een apotheose blijft uit, helaas. Jan van Leersum.
|
||||||||
|
||||||||